Precisielandbouw helpt in teeltoptimalisatie

Precisieteelt Plus gebruiker en NPPL deelnemer Maatschap Duisterwinkel in het Groningse ‘t Zandt past variabel NTS in tarwe en variabel granulaat in uien toe. Ook is er ervaring met variabel poten van pootgoed. De maatschap, bestaande uit Menko (28), vader Martin (60) en Menko’s broer Martinus (31) werkt met diverse toepassingen van precisielandbouw op hun akkerbouwbedrijf van 300 hectare.

‘Bonte’ percelen

De meeste grond van de Groningse familie Duisterwinkel ligt rondom het bedrijf op lichte zavel, dat varieert van 20 tot 35% afslibbaar. “Daarnaast gebruiken we grond in het Oudeschip op het Hogeland, dat is 10 tot 40% afslibbaar”, vertelt Menko Duisterwinkel. “Met name de ‘bonte’ percelen zijn geschikt voor precisielandbouw.

De variatie in grondzwaarte zien we terug op de Precisieteelt Plus bodempotentiekaarten. Die kaarten gebruiken we voor taakkaarten om meststoffen en granulaat variabel te doseren”, vertelt Duisterwinkel. Daarmee streven de maten naar een egalere gewasopbrengst. “En het bespaart op kosten van bemesting en granulaat.”

Bosscher Precision Farming in Termunten ondersteunt het maken van taakkaarten voor tarwepercelen. Zowel Bosscher als Van Iperen krijgen hiervoor satellietbeelden aangeboden via PT+ Online. “Taakkaarten op basis van dronebeelden zijn nauwkeuriger, maar dat heeft voor ons geen meerwaarde. Want we kunnen alleen op de breedte van de spuit variëren in de tarwe. En dronebeelden zijn duurder dan satellietbeelden.”

Vloeibare meststoffen in tarwe

In 2015 kocht Duisterwinkel een 45 meter brede Agrifac Condor veldspuit, die in 2016 is aangepast om vloeibare kunstmest (NTS) variabel te doseren in 60 tot 80 hectare wintertarwe. “Op de slechte plekken doseren we tijdens de eerste gift meer stikstof via NTS. We willen de uitstoeling stimuleren en zo de opbrengst op die plekken verhogen. De tweede bemesting in granen is aanwending van drijfmest door de loonwerker. Dat is nog lastig om variabel te doseren. Meer op maat bemesten, zorgt ook voor een meer egale afrijping van de tarwe.” Duisterwinkel ruilt grond met veehouders voor de pootgoedteelt. “We bemesten zo nauwkeurig mogelijk naar behoefte van het gewas op basis van grondmonsters en bladsteeltjesmetingen.”

Granulaat en pootgoed

De maatschap kocht in 2019 een Zibo granulaatstrooier, die variabel granulaat kan toedienen, waarmee ze twee jaar ervaring heeft in 30 hectare zaaiuien. “We gebruiken granulaat Vydate met de werkzame stof oxamyl tegen vrijlevende aaltjes, met mogelijk een nevenwerking tegen bladluizen”, vertelt Duisterwinkel. “Vrijlevende aaltjes veroorzaken op lichtere grond de meeste schade, dus is het logisch om daar meer granulaat te strooien en minder op zwaardere grond.” Granulaat is duur, variabel toedienen bespaart op granulaat. “Voorheen doseerden we 10 kilo granulaat per hectare in de rij, dat kost €130 per hectare. Dat is al de helft minder dan 20 kilo volvelds.”

“Op basis van taakkaarten houden we nu rekening met de grondzwaarte. De dosering granulaat varieert van 1 tot 10 kilo per hectare met gemiddeld 7 kilo per hectare. Dat bespaart 3 kilo granulaat ofwel €40 per hectare. “De meerkosten van variabele toepassing zijn €5.000. Na toepassing op 125 hectare zijn de kosten terugverdiend. Ook levert het milieuwinst op.” De taakkaart voor de uien is ook te gebruiken voor variabele toepassing van bodemherbiciden.

Variabel poten

In 2020 heeft Duisterwinkel voor het eerst pootgoed variabel gepoot op 30 hectare (2 percelen met 3 proefstroken) met pootafstand 16,7 centimeter (100%), ruimere pootafstand 18,2 centimeter (75%) en nauwere pootafstand 13,3 centimeter (125%). “Op hoog potentie (HP) percelen met zwaardere grond zagen we met nauwer poten wel meer stengels en knollen. Maar de verschillen met ruimer poten op minder zware grond (LP) waren erg klein.

De vertraagde opkomst van pootgoed op zware klei door een moeizame grondbewerking afgelopen voorjaar geeft een vertekend beeld”, zegt Duisterwinkel, die op basis van één jaar nog geen conclusies wil trekken over het nut van variabel poten. “Variabel poten is technisch mogelijk, maar er is nog meer ervaring nodig over meer jaren. Daarnaast is een goede voorbereiding van het pootgoed belangrijk voor meer knollen. Dat doen we met Talentbewaring, draaien en sturen op de fysiologische leeftijd van de knollen met een optimale temperatuurregulatie.”

Afgelopen seizoen heeft Duisterwinkel voor het eerst variabel gepoot. Hij denkt dat hij meer ervaring moet opdoen alvorens conclusies te kunnen trekken

Kosten en baten

Duisterwinkel heeft tot dusver ongeveer €20.000 geïnvesteerd in precisielandbouw. “De speciale granulaatstrooier kost bijvoorbeeld €9.000 in plaats van €4.000.” Ook de dienstverlening van Van Iperen en BP Farming kost geld. En om variabel te kunnen poten, zijn een hydraulische pootmachine en software-updates nodig voor de pootmachine. Op de vraag of deze investeringen uit kunnen, zegt Duisterwinkel: “Dat is moeilijk vast te stellen. In de uien zagen we voorheen op de overgang van zware naar lichte grond bij traditioneel granulaat strooien grotere verschillen. Bij variabel strooien staat het loof op de uien egaler. Variabel poten levert nu nog geen winst op, maar als je op zwaardere gronden meer knollen kunt oogsten misschien wel”, zegt Duisterwinkel, die taakkaarten van pootgoed mogelijk ook gaat gebruiken voor variabele loofdoding.

De maten gaan verder met precisielandbouw. “We mogen steeds minder meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen gebruiken, dus moet je hierop steeds scherper sturen. Precisielandbouw helpt ons daarbij.”

Bron: afbeeldingen en tekst overgenomen van proeftuinprecisielandbouw.nl.
Lees hier het volledige artikel.