Precisielandbouw in zaaiuien en tafelaardappelen

Het is inmiddels het derde jaar dat hij gebruik maakt van het TT+-concept, het innovatieve concept voor precisieteelt van Van Iperen. “In Zuid-Beveland hebben we hele bonte grond. Op de zware grond zou je liever meer herbiciden inzetten, terwijl je op de lichte grond veel minder zou moeten gebruiken om schade aan je gewas te voorkomen. Daarom zijn we begonnen met het variabel spuiten van bodemherbiciden bij zaaiuien.”

 

Bas Goense is de vierde generatie op het familiebedrijf in het Zeeuwse Ovezande (gemeente Borssele). De prachtige boerderij, vanuit het verleden bekend als de Roode Hoeve, is in 1849 gebouwd. Samen met zijn vrouw runt hij Maatschap Goense met een areaal van zo’n 115 hectare akkerbouw. Naast de traditionele gewassen als aardappelen, tarwe en suikerbieten, verbouwt hij ook zaai- en plantuien, witlof en zwarte bessen. Die laatste op contract voor de cassisproductie van het bekende merk Hero.

Ovezande

 

Meeropbrengst

Drie jaar geleden kocht Bas een nieuwe, moderne landbouwspuit. Met behulp van het TT+-concept van Van Iperen kan hij nu op eenvoudige wijze variabel spuiten. “Dat werkt heel gemakkelijk. Van tevoren bepaal je de gewenste dosering. De techniek rekent dan voor je uit hoeveel je van het middel nodig hebt en hoeveel water je moet tanken.” De resultaten zijn volgens Goense duidelijk zichtbaar. “Ik ben geen proefboerderij, dus ik meet niet alles. Maar je ziet meteen dat je geen schade meer hebt aan je gewas en dat de zaaiuien veel uniformer opkomen. Ik schat dat ik in de zaaiuien 15 procent minder middel hoef te spuiten. Daarnaast heb ik een aantoonbare meeropbrengst, doordat ik minder schade aan de jonge planten heb.”

 

Een ander belangrijk pluspunt van deze aanpak is volgens Goense het milieuvoordeel. Naast het feit dat je middelen en meststoffen efficiënter inzet, komt er minder in het milieu terecht. Vooral op de lichtere grond spoelt het allemaal veel sneller uit. Doordat je daar minder gebruikt, is de milieubelasting dus veel lager.”

 

Variabel poten

Goense beschikt ook over een kunstmeststrooier waarmee hij plaatsspecifiek kan bemesten. Sinds twee jaar zet hij die in, in combinatie met een aardappelpootmachine waarmee hij de pootafstand kan variëren. “Omdat wij vooral tafelaardappelen telen, is het belangrijk om een uniforme sortering binnen de gewenste maatvoering te krijgen. Dat doen we door op de zware grond, dus de grond met de hoogste potentie, dichter op elkaar te poten, terwijl we de poters op de lichte grond verder uit elkaar zetten. Ik hanteer een variatie in pootafstand van 24 cm tot 34 cm. Het TT+-concept rekent op basis van de potentiekaart precies uit hoeveel poters je daarbij nodig hebt.”

 

De zogenaamde potentiekaart wordt door Van Iperen gemaakt op basis van openbare data, zoals satellietopnamen en hoogtekaarten. Volgens Goense is het opvallend hoe nauwkeurig zo’n potentiekaart is. “Ze kennen mijn grond niet, maar het klopt gewoon helemaal. Met behulp van de software van TT+ maakt Goense vervolgens per perceel zijn eigen taakkaart. “Natuurlijk stem ik dat af met de teeltadviseur van Van Iperen. De taakkaart zet ik op een USB-stick, die ik in de computer in de trekker stop. De techniek doet de rest. Kom je op de zware grond dan zie je meteen dat de band sneller gaat lopen en gaan er dus meer poters de grond in. TT+ van Van Iperen is echt een geweldig en heel laagdrempelig systeem. Natuurlijk moet je wel iets hebben met computers. En jij of je loonwerker moet de techniek op orde hebben. Maar dan is het ook echt voor iedereen makkelijk in te zetten.”

 

Organische stof

In het najaar gaat Goense de potentiekaart ook gebruiken om compost te strooien om zo de hoeveelheid organische stof op de laag renderende delen omhoog te brengen. “Bij de bemesting kiezen we er juist voor om meer meststoffen op de zware grond op te brengen. Dat zorgt voor het hoogste rendement. Maar als het om organische stof gaat, is de potentiekaart heel handig om plaatsspecifiek compost aan te brengen om zo de lichtere grond wat te verbeteren.” Goense is ervan overtuigd dat je de kwaliteit van de grond niet van het ene op het andere moment kunt verbeteren. “Daar gaan generaties overheen. Kijk dus vooral naar de hoog potentiële delen van je percelen. Daar kost het je veel minder om een hogere opbrengst te krijgen.”

 

Grote conclusies durft Goense nog niet te verbinden aan alles wat hij doet. “De afgelopen twee seizoenen kenmerken zich door extreme droogte.” Dat neemt niet weg dat hij ervan overtuigd is dat precisielandbouw steeds meer toegepast zal worden. “We zullen – ook met het oog op de regelgeving – steeds secuurder moeten gaan werken. TT+ werkt heel gemakkelijk, zorgt voor meer uniformiteit, minder schade en een hogere opbrengst. Ik kan iedereen dan ook aanraden om hier in ieder geval mee te gaan experimenteren.”

 

 

Totaalconcept TT+

Het TT+-concept is een totaalconcept voor precisieteelt. Het concept omvat vijf stappen met als einddoel maximalisatie van het teeltrendement. Teeltbeslissingen worden afgestemd op de plaatsspecifieke variatie in bodem en gewasgroei.